Op 2 december 2011 heeft de Hoge Raad arrest gewezen met betrekking tot de toepasselijkheid van algemene (ALIB ’92) voorwaarden. Ook voor de bouwpraktijk een relevante uitspraak, vandaar dat ik deze wil bespreken.
Casus:
Opdrachtgever sluit met installateur een overeenkomst voor het leveren en monteren van de werktuigbouwkundige installatie voor een te realiseren restaurant en hotel. In de aanloop hiernaar toe, brengt installateur een aantal offertes uit. In al deze offertes worden de ALIB ' 92 voorwaarden van toepassing verklaard en meegestuurd. Op 12 mei 2005 komen partijen tot overeenstemming. Op 7 oktober 2005 heeft installateur aan opdrachtgever een opdrachtbevestiging toegestuurd, waarbij wederom de algemene voorwaarden worden bijgevoegd. In deze opdrachtbevestiging wordt verwezen naar de offerte van 12 april 2005 en het gesprek van 12 mei 2005. De opdrachtbevestiging wordt op 26 oktober 2005 tussen partijen besproken, waarna opdrachtgever deze tekent. Installateur voert de werkzaamheden uit. In de nacht van 4 op 5 december 2006 is er lekkage ontstaan in de hoofdwaterleiding, waardoor in korte tijd een grote hoeveelheid water door het hele pand is gestroomd. Opdrachtgever stelt installateur aansprakelijk voor de schade.
Procedures:
Opdrachtgever dagvaardt installateur bij de rechtbank Arnhem en vordert vergoeding van de schade. Installateur beroept zich op de onbevoegdheid van de rechtbank onder verwijzing van het arbitrale beding in de ALIB-voorwaarden. De rechtbank oordeelt, dat niet is gebleken van een arbitrage-overeenkomst tussen partijen en verklaart zich bevoegd. De rechtbank bepaalt ook, dat hoger beroep tegen dit tussenvonnis openstaat.
Het gerechtshof Arnhem bekrachtigt dit vonnis in hoger beroep. Volgens het Hof had installateur uit de gegeven omstandigheden niet mogen begrijpen dat opdrachtgever de toepasselijkheid van de ALIB voorwaarden heeft aanvaard. Het hof verwerpt de stelling van installateur dat door aanvaarding van de opdrachtbevestiging van 7 oktober overeenstemming is bereikt over de gelding van het arbitraal beding. Volgens het hof “belichaamt de opdrachtbevestiging de gehele overeenkomst” en hierin is niet verwezen naar de ALIB-voorwaarden, maar slechts naar de offert van 12 april 2005. Bovendien is - aldus het hof - de toepasselijkheid van de voorwaarden tussen partijen niet besproken. Gelet hierop mocht installateur “uit de enkele bijsluiting van de algemene voorwaarden redelijkerwijs nog niet begrijpen dat Ecoput c.s. [opdrachtgever] de toepasselijkheid van die voorwaarden heeft willen aanvaarden" .
Installateur komt tegen dit arrest in cassatie. De Hoge Raad is van menig dat installateur er wel degelijk op mocht vertrouwen dat opdrachtgever de ALIB' 92 heeft aanvaard. Daarbij neemt de HR bijzonder in aanmerking, “dat wanneer tijdens de uitvoerige onderhandelingen tussen deze twee professionele partijen door eiseres [installateur] in haar offertes steeds is verwezen naar haar algemene voorwaarden en door haar bij de offerte van 7 oktober 2005 (en bij eerdere offertes) de algemene voorwaarden zijn bijgesloten, zonder dat Echoput op een en ander afwijzend heeft gereageerd, zulks in de gegeven omstandigheden kan betekenen dat eiseres erop mocht vertrouwen dat de algemene voorwaarden door Echoput zijn geaccepteerd.
Beslissing:
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof Arnhem en verwijst de zaak naar het gerechtshof ’s Hertogenbosch voor verdere behandeling en beslissing.
Kortom, om misverstanden te voorkomen is het advies om ook in de opdrachtbevestiging / overeenkomst uitdrukkelijk de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op te nemen.
Yvonne Schrader www.schrader.nl