Hoe zit het ook al weer met de aansprakelijkheid van de aannemer, volgens de UAV?
Uitgangspunt: na de oplevering is aannemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen in het werk (§ 12 UAV).
Behoudens:
a. Garantie (§ 22 UAV).
Dit spreekt voor zich. De opdrachtgever moet (slechts) aannemelijk maken dat het gebrek "met grote mate van waarschijnlijkheid" moet worden toegeschreven aan de "minder goede hoedanigheid of gebrekkige uitvoering".
b. Onderhoudstermijn (§ 11).
De onderhoudstermijn verlicht de bewijslast van opdrachtgever. Indien opdrachtgever tijdens de onderhoudstermijn een gebrek constateert dient aannemer dit te herstellen, tenzij aannemer aantoont dat het gebrek niet aan hem is toe te rekenen. Aan het einde van de onderhoudstermijn zal een heropname plaatsvinden (§ 11 lid 6 UAV).
c. Aansprakelijk voor verborgen gebreken ( 12 leden 2 en 3).
§12.3 UAV beschrijft expliciet wat onder een verborgen gebrek moet worden verstaan:
Indien een gebrek – ondanks nauwlettend toezicht tijdens de uitvoering dan wel bij opneming van het werk - door de directie redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden.
Wat is nauwlettend toezicht?
AFHANKELIJK van de mate van directievoering (incidenteel of dagelijks);
Indien geen directie: verwacht wordt dan een zeker oplettende opdrachtgever, maar eisen aan inzicht of gebrek aanwezig is, mogen niet te zwaar zijn.
Enkele voorbeelden uit de jurisprudentie van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, waarvan niet van de opdrachtgever mocht worden verwacht dat hij deze gebreken had kunnen onderkennen: kelderconstructie niet waterdicht, roestvorming gasleiding door ontbreken van ventilatie onder vloer, daklekkage door te weinig ventilatieopeningen.
RvA: indien een deskundige een gebrek bij de oplevering over het hoofd heeft gezien vrijwaart dit de aannemer niet indien er sprake is van een duidelijke, door de aannemer gemaakte bouwfout. Arbiters: “het hoort niet dat een fout van de aannemer de opdrachtgever kan worden toegerekend".
Bewijslast ligt nu bij opdrachtgever. Opdrachtgever dient te bewijzen dat er sprake is van een gebrek, die ondanks nauwlettend toezicht niet eerder onderkend had kunnen worden én dat de aannemer voor dit gebrek verantwoordelijk is.
Gebrek moet binnen redelijke termijn gemeld worden (§12 lid 2) (redelijk is binnen 2 à 3 maanden na ontdekking van het gebrek). Is de opdrachtgever te laat met melden, dan kan dit verlies van rechten opleveren.
Verjaringstermijn rechtsvordering: 2 jaar na protest/klacht (artikel 7:756 BW). Verjaring kan gestuit worden, eenvoudig door een brief waarin aanspraak op herstel wordt gehandhaafd.
Vervaltermijn rechtsvordering: 5 jaar na oplevering (of na verstrijken onderhoudstermijn). Let op: vervaltermijn: kan dus niet gestuit worden. Binnen 5 jaar moet de procedure aanhangig zijn gemaakt anders is het (in principe) over en uit. In beginsel gaat deze termijn weer lopen na (structurele!) herstelwerkzaamheden, en dan alleen voor wat betreft het uitgevoerde herstel.
d. Aansprakelijk voor ernstige gebreken (§ 12 lid 2a).
“indien het geval, voorzien in artikel 1645 BW, zich voordoet". De aansprakelijkheidstermijn in de UAV voor ernstige gebreken is 10 jaar. Indien de opdrachtgever te laat is met het instellen van een rechtsvordering voor een verborgen gebrek (5 jaar), wordt veelal het gebrek als “ernstig” gekwalificeerd om alsnog verhaal te kunnen halen. Een ernstig gebrek wordt echter niet zomaar aangenomen - er moet sprake zijn van een "vergaan" of "dreigend vergaan" - en de meeste vorderingen stranden dan ook. In een volgend blog zal ik uitgebreid aandacht besteden aan dit onderwerp.
Yvonne Schrader www.schrader.nl