maandag 24 september 2012

HR: arbitraal beding niet per definitie onredelijk voor consument!



Hoge Raad vernietigt arrest gerechtshof Leeuwarden!

Op 5 juli 2011 heeft het Gerechtshof Leeuwarden geoordeeld, dat een arbitraal beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is voor de consument. De Hoge Raad heeft op 21 september 2012 dit arrest vernietigd. 

In ondermeer de UAV en AVA wordt standaard geschillenbeslechting door arbitrage bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw voorgeschreven. Het gerechtshof Leeuwarden heeft in 2011 bepaald, dat dit beding onredelijk bezwarend is voor de consument en het beding buiten toepassing verklaard (vernietigd). De Hoge Raad heeft nu geoordeeld, dat een dergelijk beding niet per definitie onredelijk is. Gekeken moet worden naar de specifieke omstandigheden van het geval. 


Volgens de Hoge Raad heeft het hof een verkeerde maatstaf gehanteerd door het arbitrale beding zonder meer als onredelijk bezwarend aan te merken. 

HR:
[...] Aldus heeft het hof een oordeel gegeven dat niet steunt op de bijzondere omstandigheden van het onderhavige geval, maar op een algemene argumentatie die gelijkelijk geldt voor ieder gebruik van in algemene voorwaarden opgenomen arbitragebedingen als de onderhavige die deel uitmaken van een overeenkomst tussen een gebruiker en een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (consument). 

Het oordeel van het hof komt dan ook erop neer dat arbitragebedingen in algemene voorwaarden steeds als oneerlijk in de zin van de Richtlijn en onredelijk bezwarend in de zin van art. 6:233, aanhef en onder a, BW zijn aan te merken. Hiertegen komen de onderdelen 1, 3 en 4 terecht op. 

Een in algemene voorwaarden voorkomend arbitragebeding wordt, zoals het hof in rov. 3.5 van het bestreden arrest heeft onderkend, niet op grond van art. 6:236 BW zonder meer als onredelijk bezwarend aangemerkt, noch op grond van art. 6:237 BW vermoed onredelijk bezwarend te zijn. 

Dat sluit niet uit dat, zoals het hof eveneens heeft onderkend, de rechter een dergelijk beding toch onredelijk bezwarend en derhalve op grond van art. 6:233 BW vernietigbaar acht, maar een zodanig oordeel moet dan wel - afgezien van het in art. 6:233, aanhef en onder b, BW bedoelde geval - steunen op een specifieke motivering waarin zijn betrokken de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, terwijl stelplicht en bewijslast terzake in beginsel op de consument rusten. 

Het bestreden oordeel van het hof steunt niet op een waardering van de concrete omstandigheden van het geval maar plaatst als het ware het arbitrale beding op de zwarte lijst van art. 6:236 BW, en geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 

4. Beslissing 
[...]

De Hoge Raad: 
vernietigt het arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 5 juli 2011; 
verwijst het geding naar het gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing; 

Klik hier voor het volledige arrest